Fase 1 van ons foto-onderzoek: het rapport samengevat

  • Rapport

De eerste stap van het onderzoek dat in maart 2019 begon, was een verkennende studie waarmee we inzicht krijgen in de grootte en de toestand van de collecties, de bestaande praktijken en de huidige en geplande digitaliseringsprojecten. Ook de uitdagingen, wensen en noden die organisaties verder nog zien op het vlak van hun fotocollectie komen aan bod.

Deze inzichten zijn verzameld in een overzichtsrapport, waarvan je hieronder de samenvatting kan downloaden. Wij gidsen je snel door de opvallendste conclusies.

107 respondenten

Voor dit onderzoek contacteerden we 295 organisaties in cultuur, media en overheid over hun foto-erfgoed. Dat leverde 107 antwoorden op (36,27%), waarvan 92 organisaties fotomateriaal in hun collectie hebben.

Grafiek 1: aantal bevraagden, respondenten en respondenten met fotomateriaal per sector

In totaal konden we ruim 10.3 miljoen foto’s in Vlaamse collecties identificeren waarvan 89% bewaard wordt door archieven, musea en erfgoedbibliotheken. Dit is zeker geen finaal cijfer. Als we het echter extrapoleren, rekening houdend met het feit dat het schattingen zijn en we dus afwijkingspercentages moeten toepassen, dan krijgen we een idee van het bereik waarbinnen het totale aantal zou kunnen liggen.

Wat we wel weten, is dat het grootste deel van het Vlaamse foto-erfgoed bestaat uit fotoafdrukken en negatieven. Samen zijn deze twee categorieën goed voor 80 à 90% van de collecties. Diapositieven, glasplaten, fotoalbums en ander fotomateriaal komen ook voor, maar in mindere mate.

Toestand

De toestand van het fotomateriaal in de archieven, musea en bibliotheken beoordelen de collectiebeheerders zelf - over het algemeen en op dit moment - als licht positief. Gemiddeld 46% zou over alle materiaaltypes heen in goede staat zijn. Deze toestand dreigt wel te verslechteren: er is een niet te negeren achterstand op het vlak van herverpakking en het opslaan van de foto’s in een daarvoor geschikte, fysieke ruimte.

Grafiek 2: gemiddeld percentage van elk materiaaltype dat de respondenten uit de archieven, musea en erfgoedbibliotheken toewijzen aan een bepaalde toestand. Bij de kunsten, media en overheid werd niet gevraagd naar de toestand van de collecties.

Digitalisering en andere praktijken

De belangrijkste reden om een fotocollectie te digitaliseren? De collectie maximaal toegankelijk maken. Een digitale collectie kan online ontsloten worden en je kan de foto’s raadplegen zonder het originele materiaal te beschadigen. Vaak wordt toegankelijkheid in combinatie met andere redenen voor digitalisering vernoemd.

De digitalisering van het foto-erfgoed is in Vlaanderen al van start gegaan. Veel instellingen hebben al een begin gemaakt met één of meerdere projecten. Daarbij is het vaak de bedoeling om een deel van de foto’s van een bepaald materiaaltype te digitaliseren. Dat is het geval bij - afhankelijk van het dragertype - één derde tot twee derde van de archieven, musea en bibliotheken.

Enkele voorlopers zijn al klaar met minstens één materiaaltype, maar er ligt nog heel wat werk op tafel. De ambitie is er: een aanzienlijk deel van de respondenten, variërend per sector en per materiaaltype, plant of wenst de digitalisering van ten minste één materiaaltype op te starten in de komende jaren.

Hoewel er dus nog zeer grote hoeveelheden niet gedigitaliseerd zijn, zou ongeveer de helft van de respondenten hun fotocollectie wel voor 100% gedigitaliseerd willen zien. De andere helft zal mogelijk nog een proces van selectie en waardering moeten doorlopen. Ook dit mag geïnterpreteerd worden als de uitdrukking van een duidelijke ambitie.

Het makkelijkste eerst

Algemeen lijkt te gelden: hoe ‘makkelijker’ de digitalisering van een bepaald dragertype ingeschat wordt, hoe meer men het plant of er zelfs al aan begonnen is. Hoe ‘moeilijker’ men het materiaal beoordeelt, hoe meer men het uitstelt. ‘Makkelijk’ en ‘moeilijk’ slaan hier op verschillende parameters: kleinere versus grotere aantallen, minder of meer overzichtelijke gehelen, makkelijke of moeilijke materiaaltechnische identificatie, minder of meer technisch uitdagende digitalisering.

Bij de digitalisering van foto’s in Vlaanderen blijven de bestaande kwaliteitsnormen nog altijd grotendeels ongebruikt. Onbekend of onbemind? Dat konden we niet vaststellen. Een groot deel van de respondenten geeft wel aan moeilijkheden te ondervinden met de digitalisering. Bij archieven, bibliotheken en musea zijn dat meer dan de helft van degenen die bezig zijn met digitalisering, en dit voor elk materiaaltype. De aard van die moeilijkheden loopt sterk uiteen en is vaak specifiek aan het materiaaltype dat gedigitaliseerd wordt.

Tot slot zien we dat er nog veel voorbereidend werk moet gebeuren op het vlak van inventarisering, registratie, selectie en herverpakking voor de digitalisering van start kan gaan. De beheerders beseffen dat deze solide basis noodzakelijk is voor het eigenlijke digitaliseren kan beginnen, maar concrete plannen ontbreken momenteel nog bij de meeste respondenten.

Uitdagingen, wensen, noden

De achterstand op het gebied van preventieve conservatie zoals herverpakking en geschikte opslagruimtes is de grootste uitdaging. De beheerders zelf zien het risico hiervan: het gematigd positieve beeld vandaag kan door de slechte bewaaromstandigheden omslaan, wat een negatieve invloed zou hebben op de kost van de digitalisering.

De beheerders van het Vlaamse foto-erfgoed wijzen op verschillende noden:

  1. De achterstand in fysieke bewaring: er is nood aan herverpakking en geschikte opslagruimte.

  2. Gebrek aan kennis: er is nog nood aan advies en expertise, zowel over digitalisering als over apparatuur, materialen en technieken.

  3. Hoe pak je het documenteren en verzamelen van rechten aan?

De gewenste uitkomst voor de fotocollecties is een integrale aanpak: de fotocollectie inventariseren, herverpakken, digitaliseren (op hoge resolutie) en ontsluiten. In de meeste gevallen kan daar nog geen concrete timing voor gegeven worden.

Lokaal erfgoedveld

Ook bij lokale erfgoedspelers leven er vragen en noden met betrekking tot hun fotocollecties. Daar proberen we via de erfgoedcellen een beeld van te krijgen. Bij particulieren en amateurverenigingen zoals heemkringen zijn veel interessante en soms waardevolle fotocollecties te vinden zijn. Uit de resultaten blijken zij vooral nood te hebben aan ondersteuning bij digitalisering en rechtendocumentatie, en bij de fysieke bewaring van deze collecties. Al vinden ze wel hun weg naar expertisecentra of lokale collectiebeherende instellingen voor advies.

Algemene conclusie en verdere stappen

De wil om de fotocollecties te ontsluiten via digitalisering is er zeker. Uit de resultaten blijkt echter dat er nog veel werk moet gebeuren, zowel op het vlak van basisbeheer, als op digitaliseringsvlak. Organisaties wensen of plannen hier op in te zetten al zien ze ook grote uitdagingen die bij dit werk komen kijken.

Kortom: hoge ambities, maar nog weinig concrete plannen. Advies, begeleiding en expertiseopbouw lijken noodzakelijk bij alle aspecten van het beheer van fotomateriaal en de digitalisering ervan.

Dit overzichtsrapport is het startpunt van een volgende onderzoeksfase. Daarin bekijken we de haalbaarheid en de randvoorwaarden van een dienstverlening rond fotocollecties vanuit meemoo. In deze eerste onderzoeksfase onderzochten we waar de grootste noden liggen, voor welk materiaal, voor welke activiteit of voor welke specifieke sector. Door haalbare scenario’s uit te werken rond digitalisering en archivering van fotocollecties onderzoeken we hoe we op deze noden een antwoord kunnen bieden.

We bundelden alle inzichten in een overzichtsrapport, waarvan je hier de samenvatting kan downloaden:

> Download de samenvatting
Heb je een vraag?
Contacteer Loes Nijsmans
Manager Digitalisering & Acquisitie
We halen de pagina op, even geduld...